Families

A.Brest

A.Cohen

H.Cohen / J.Wolff

S.Cohen / L.de Vries

D.en M.Drukker / J.de Hond

C.H.van Es

B.en S.van Esso / H.Roos

J.van Esso / J.Salomons

M.van Esso

B.Frank

H.Frank / P.Frank

J.Frank

R.Frankforter

B.van Gelder

R.Godfried

H.Goldsteen

M.Goldsteen

M., S., B. en S. Goldsteen

M.de Horst

S.Kan / J.Kan

S.Kats

N.en R.Keizer

J.van Kleef

B.Kroon

R.van Leer

S.de Leeuw en W.Kel

B.Levie

B.Levie

J.Levie

L.Levie

M.Levie

M.Lobstein

S.Mendels

C.Mesritz / R.Nathans

H. en S.Mesritz

M. en I.Pais / H.Polak

M.Polak

E. en J.van de Rhoer

J.van de Rhoer

J.van de Rhoer

L.van de Rhoer

M.van de Rhoer

P.van de Rhoer

S.van de Rhoer

M.A.Roos

S.Roos

J.Rozendal

J.Rozendal

I.Sanders

J.Schaap

S.van der Sluis

B.Stern

I.Stern

A.J.Stibbe

J.en B.de Vries / A.Klein

A.Weinberg

R.Wijl

L.J.Wilda

W.de Wilde

A.Wolf

I.Wolf

D.Wolff

D.Wolff / W.Russ

E.Wolff

J.Wolff

M. en J.Wolff

A.Zaligman

B.Zaligman

J.en M.Zaligman / I.Frank

J.Zaligman

P.Zaligman

S.Zaligman

S. en E.van Zuiden

P.Zwarts

A.Zwiers-Rozendal

Fam.van de Rhoer

Pension Molenstraat

Duits-joodse vluchtelingen

Simon van de Rhoer, Carolina van de Rhoer-de Jong

Simon van de Rhoer
Simon van de Rhoer (geboren 21 januari 1898) was een broer van Henderina, Joël en Jacob. Hij trouwde met Carolina de Jong (in 1892 in Leeuwarden geboren). Kinderen hadden ze niet. Zijn beroep was was poelier en veehandelaar en hij woonde vanaf eind 1940 op de hoek van de Woldstraat en de Hoofdstraat: tegen wil en dank! Tot 16 mei 1940 had Simon namelijk een poelierszaak aan de Nieuwe Binnenweg in Rotterdam, doch tijdens het bombardement van Rotterdam verloor hij alles. Zelf schreef hij toen aan de burgemeester van Meppel:

J.l. 16 mei vluchtten wij, d.i. mijn vrouw en ik, naar Meppel waar wij onderdak vonden bij familie. Per 1 September was ik genoodzaakt de woning adres Woldstraat 1 te betrekken, om reden dat het voor de familie te moeilijk werd ons langer te kunnen huisvesten.

Hij schreef de gemeente in het kader van de Notstandshilfe, waaruit gedupeerden van het bombardement van Rotterdam bijstand kon worden verleend.
Toen hij in Meppel aankwam kreeg hij alleen voor de eerste week van zijn verblijf een vergoeding van Maatschappelijk Hulpbetoon van f 8,-. Verdere ondersteuning had hij niet nodig. Dat kwam omdat hij goed bekend was in Meppel en hier veel familie had wonen die hem en zijn vrouw konden helpen. Bovendien begon hij direct een handel in kippen en vee en daarmee verdiende hij f 15,-, waarmee hij zich, naar eigen zeggen, nog juist staande kon houden.

Simon van de Rhoer tijdens zijn optreden in het MSC-cabaret met onder
andere Jacob Frank (links) en Jan Bralten (rechts).

Maar toen hij van buurman Polak het pand Woldstraat 1 moest huren, werd dat moeilijker. In eerste instantie kon hij van zijn familie nog wat meubeltjes lenen om de woning in te richten, maar toen de schaarste toenam, moesten verschillende mensen hun spulletjes terughebben. Simon vroeg toen, in afwachting van een uitkering van de Stichting Rotterdam 1940, een subsidie aan de gemeente Meppel om hun woning toch enigszins in te kunnen richten. Maatschappelijk Hulpbetoon adviseerde de gemeente Meppel om de volgende goederen voor de gedupeerde familie aan te schaffen: ledikant, ameublement, tafels en stoelen, lopers, vloerkleden en kleding. De gemeente Meppel was de beroerdste niet en liet alles op hun kosten aanschaffen: f 381,32.

Brief van Simon van de Rhoer waarin hij de gemeente Meppel verzoekt
zijn familie goederen ter beschikking te stellen.

Maar er was nog een probleem:

Zeer gaarne zou ik voor handelsdoeleinden met contant geld geholpen worden. Daar ik dan wellicht meer zou kunnen verdienen en zoodoende meer onafhankelijk van mijn familie zou zijn. Het bedrag wat ik hiervoor vraag bedraagt f 500,-.

De gemeente Meppel ondersteunde zijn verzoek bij de Stichting Rotterdam 1940 van harte:

Van de Rhoer is koopman van beroep en kan zijn handel, bij gebrek aan kapitaal, bezwaarlijk in stand houden.

Maar dat leverde problemen op, want de stichting wilde pas uitbetalen als Van de Rhoer precies kon aangeven op welke wijze hij het uitgekeerde bedrag dacht te gaan besteden. Daar kwam bij dat hij eerst f 717,- had gedeclareerd en later maar liefst f 2.000,-. Zowel de gemeente Meppel als Van de Rhoer reageerden zowel naar de Stichting Rotterdam 1940 als naar de Schade-Enquete-Commissie. Ze legden nogmaals uit hoeveel schade Simon had geleden en waarom het geld bitter noodzakelijk was:

Momenteel is de aanvrager veehandelaar en heeft geen winkelzaak. Volgens zijn verklaring, welke mij aannemelijk voorkomt, is hij niet in staat in zijn onderhoud te voorzien door voortzetting van het poeliersbedrijf. Zijn werkzaamheden bestaan thans uit het opkoopen van vee bij de boeren in en om Meppel.

Helaas is de afloop van deze subsidieaanvraag onbekend. Hoe dan ook, een jaar lang heeft Simon zijn beroep nog kunnen uitoefenen. Toen moest hij Meppel verlaten, omdat hij tewerkgesteld was in Orvelte.

Joodse Meppelers werden ingezet bij allerlei graafwerkzaamheden.
Simon van de Rhoer was een van hen.

Toen hij vandaar op 3 oktober naar Westerbork moest, zag hij zijn vrouw (die op diezelfde dag van Meppel naar Westerbork werd vervoerd) terug. Beiden bleven tot 9 februari 1943 in dat kamp; toen werden ze op transport gesteld naar Auschwitz, waar ze op 12 februari stierven.

Woldstraat 1.


Vorige