Families

A.Brest

A.Cohen

H.Cohen / J.Wolff

S.Cohen / L.de Vries

D.en M.Drukker / J.de Hond

C.H.van Es

B.en S.van Esso / H.Roos

J.van Esso / J.Salomons

M.van Esso

B.Frank

H.Frank / P.Frank

J.Frank

R.Frankforter

B.van Gelder

R.Godfried

H.Goldsteen

M.Goldsteen

M., S., B. en S. Goldsteen

M.de Horst

S.Kan / J.Kan

S.Kats

N.en R.Keizer

J.van Kleef

B.Kroon

R.van Leer

S.de Leeuw en W.Kel

B.Levie

B.Levie

J.Levie

L.Levie

M.Levie

M.Lobstein

S.Mendels

C.Mesritz / R.Nathans

H. en S.Mesritz

M. en I.Pais / H.Polak

M.Polak

E. en J.van de Rhoer

J.van de Rhoer

J.van de Rhoer

L.van de Rhoer

M.van de Rhoer

P.van de Rhoer

S.van de Rhoer

M.A.Roos

S.Roos

J.Rozendal

J.Rozendal

I.Sanders

J.Schaap

S.van der Sluis

B.Stern

I.Stern

A.J.Stibbe

J.en B.de Vries / A.Klein

A.Weinberg

R.Wijl

L.J.Wilda

W.de Wilde

A.Wolf

I.Wolf

D.Wolff

D.Wolff / W.Russ

E.Wolff

J.Wolff

M. en J.Wolff

A.Zaligman

B.Zaligman

J.en M.Zaligman / I.Frank

J.Zaligman

P.Zaligman

S.Zaligman

S. en E.van Zuiden

P.Zwarts

A.Zwiers-Rozendal

Fam.van de Rhoer

Pension Molenstraat

Duits-joodse vluchtelingen

Izaak Wolf, Hendrina Wolf-van de Rhoer

In de 2e Hoofdstraat 42a woonde de onderwijzeres Hendrina van de Rhoer, de jongere zus van Joël en Levie. Zij werd op 29 juli 1884 geboren, evenals haar broers in Staphorst geboren. Haar ouders waren Jacob van de Rhoer en Vogeltje Levi. Hendrina trouwde met de veehandelaar Izaak Wolf, een broer van Abraham Wolf, die in de Woldstraat een textielwinkel had. Izaak werd op 19 september 1889 in Oss geboren. Ze woonden op een bovenwoning in de 2e Hoofdstraat 42a en hadden geen kinderen.
Hendrina van de Rhoer (haar familie noemde haar Rinie) was onderwijzeres op de Vledderschool – waar ze in 1940 f 146,84 per maand bruto mee verdiende – en in haar vrije tijd was ze vrijwilligster bij het Rode Kruis. Daar maakte ze wel zeer nadrukkelijk het begin van de Tweede Wereldoorlog mee. In april 1940 moest ze namelijk samen met een aantal andere vrijwilligers en vrijwilligsters een noodhospitaal oprichten in Steenwijk. Begin mei zagen ze de eerste Duitse militairen aankomen; meest kinderen van 17 en 18 jaar. De dag daarna volgden meer militairen, onder wie een grote groep officieren. Rinie Wolf was doodsbang en durfde zich niet te vertonen. Toen nog lachten de Duitsers om ‘die Juden’. Maar dat zou later wel anders worden.

  

Izaak en Hendrina Wolf van de Rhoer.

Rinie was een van de eerste Meppeler joden die geconfronteerd werden met anti-joodse maatregelen van de Duitsers. Reeds eind september 1940 kreeg de gemeente Meppel bericht dat ze voortaan géén personen die geheel of gedeeltelijk van joodsen bloede waren, in vaste of tijdelijke dienst mocht benoemen of in dienst mocht hebben. In Meppel bleken vier joden in overheidsdienst te werken, onder wie mevrouw Wolf-van de Rhoer. Op 22 november kreeg de gemeente van het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen het bericht om de betrokken ambtenaar onverwijld op non-actief te stellen. De zinsnede waar het om ging, luidde:

Aangezien mij uit artikel 4 van de Verordening 189/40 is gebleken, dat H. Wolf-v.d. Rhoer, geboren 29 juli 1884, onderwijzeres overeenkomstig de bovenstaande bepalingen geacht wordt van Joodschen bloede te zijn, en mitsdien valt onder de personen bedoeld in genoemde Instructie van den Rijkscommissaris, heb ik aan de betrokkene bij schrijven van heden medegedeeld, dat zij met ingang van dienzelfden datum van de waarneming van haar functie is ontheven.

In eerste instantie werd ze doorbetaald, maar dat veranderde alras. Per 1 maart 1941 werd haar salaris stopgezet en kreeg ze alleen nog een pensioenuitkering. Verder moest ze een flinke hoeveelheid papierwerk nauwgezet invullen en aan B en W verklaren geen betaalde functie elders te hebben:

‘Ondergetekende heeft de eer U mee te delen, dat zij geen werkzaamheden ter hand heeft genomen, waaruit zij inkomsten trekt.’

Een maand later kreeg zij, ook nu weer via tussenkomst van de gemeente Meppel, nog een duidelijke waarschuwing van het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming: ook van het geven van privé-lessen diende zij zich te onthouden. Zo niet, dan volgden disciplinaire maatregelen.
Plotsklaps was ze dus werkloos. Desalniettemin heeft ze nog een tijdje gewerkt toen de joodse kinderen van het reguliere onderwijs werden geweerd en er voor hen een joodse lagere school kwam. Het was dus niet onlogisch dat Hendrina toen als leerkracht aan die school werd benoemd. Burgemeester Wisman deelde dat aan de heer M. Lobstein, hoofd van de Joodsche Raad voor Drenthe, mede:

Bij dezen deel ik U mede, dat zoowel de Centrale Commissie voor het Joodsche onderwijs als het gemeentebestuur zich kan vereenigen met de instelling onder Uw voorzitterschap van een z.g. Contact-commissie voor het toezicht op en de behartiging der belangen van het onderwijs aan de school voor gewoon lager onderwijs met daaraan te verbinden klasse voor uitgebreid lager onderwijs alhier, hoofd Mevrouw Wolf-van de Rhoer

Inmiddels was het reeds 6 februari 1942 geworden, dus erg lang zal mevrouw Wolf niet meer voor de klas hebben gestaan. Zij werd op 3 oktober uit haar huis gehaald. Haar man was reeds op 20 juli naar het werkkamp in Orvelte gebracht. ‘s Nachts schreef Hendrina nog een aangrijpende brief aan haar buren:

Deel van de brief die Hendrine Wolf schreef vanuit het station in Meppel
nadat zij in de nacht van 3 oktober 1942 was opgepakt.

Aan Bakker Nip en buren
Wheem Alhier

Beste Buur allemaal

Menschen hier nog een laatste groet van mij. Jullie hebben zeker wel gehoord wat er met ons is gebeurd. In de hoop (dat) ik mijn lieve man weerzie blijf ik moedig.
Om 12 uur haalden ze me al uit bed en zetten me in de wachtkamer. Eerst gaan we naar Westerbork en dan ??
Groet al mijn buurt. Ook vooral bij Jos van de Belt
Hopelijk zien wij elkaar weer terug en zullen het aan hem overlaten die over ons waakt.
Dag menschen. Dank voor jullie vriendschap.

Dag,

Line van de Rhoer

Beiden zagen elkaar in Westerbork nog even terug. Vandaar werden ze een maand later, op 2 november 1942, naar Auschwitz gedeporteerd, waar ze op 5 november werden vergast.

Huis (2e van links aan de linker zijde van de Hoofdstraat) waarin
de familie Wolf woonde.


Vorige